Offday tegen Groninger Combinatie
Groninger Combinatie 1 – Apeldoorn 1 5,5-4,5
Geschreven door Tim Lammens.
In de tweede ronde van de Meesterklasse probeerden we onze eerste matchpunten op het scorebord te krijgen in een uitwedstrijd tegen Groninger Combinatie.
Warming-up
We beginnen met een paar opgaven die afkomstig zijn uit de gespeelde partijen. De oplossingen vind je in de loop van het verslag.
Opgave 1
Wit heeft een stuk geofferd voor drie pionnen en wil uiteindelijk zijn tegenstander verpletteren met zijn damevleugelpionnen. Hoe nu verder?
Opgave 2
Beide dames hangen. Hoe kan wit het beste reageren?
Opgave 3
Hoe kan wit dit eindspel over de streep trekken?
Opgave 4
Herkansing: hoe kan wit alsnog toeslaan?
De wedstrijd
Merijn van Delft kwam met zwart comfortabel uit de opening tegen Leandro Slagboom. Na 15.g4 (dit was op zet 12 sterker geweest) en 17.Lh4 werden de zwarte velden in de witte stelling kwetsbaar. Merijn onderschatte echter zijn kansen en bood remise aan, wat werd geaccepteerd.
Ook Thomas Beerdsen speelde remise, met zwart tegen Andrii Palchuk. Het evenwicht werd nooit verbroken.
Zelf kreeg ik met zwart tegen Machteld van Foreest een stelling met een geïsoleerde witte d-pion. Na lang nadenken besloot Machteld deze pion te ruilen met 11.d5. De resulterende structuur met open c-, d- en e-lijn draait grotendeels om activiteit, zoals in de partij snel duidelijk werd:
Zwart dreigt op h3 te slaan, maar de witspeelster vond dit geen probleem en speelde 19.Tfe1! Na 19…Lxh3 20.Te3 stond de toren klaar voor een switch naar de g-lijn. De enige manier om uit de problemen te blijven is de pion teruggeven met 20…Le6, met ongeveer gelijke stelling. Het is essentieel om het sterke witte loperpaar te elimineren. Ik was echter materialistisch met 20…Lg4?, wat al snel een praktisch onspeelbare stelling opleverde. Machteld maakte het sterk af.
Lorenzo Lodici verlengde zijn goede vorm van de Olympiade in een strakke overwinning met wit op Roger Labruyere. Na de opening had Lorenzo al duidelijk voordeel, wat beslissend werd toen hij een kwaliteit buitmaakte.
In het topduel tussen Max Warmerdam en Sipke Ernst kwam een creatieve opening op het bord. Max kwam in het voordeel doordat zijn koning veiliger stond en hij meer ruimte had op de damevleugel. De spelers dachten tijdens de partij echter dat het niet veel was. Toen Sipke 35…f5 kon doorzetten, was het voordeel definitief verdwenen en kwam er een zetherhaling in de stelling.
Lucien van Beek kwam met zwart tegen Erik-Jan Hummel in de problemen toen hij met 17…Pb5? zijn sterke paard buitenspel zette en deze niet in de herkansing via 19…Pb5 terug naar het front stuurde. Erik-Jan opende de stelling thematisch aan de andere kant met 22.f4! In de tijdnoodfase had Erik-Jan de partij meteen kunnen beslissen:
Na 33.Dxc7! Txc7 34.Txe5 kan de toren niet goed worden teruggeslagen wegens mat (f) of vork (d). Zwart kan nog 34… g6 proberen, maar na 35.Tg5! fxg5 36.e5! stort zijn stelling alsnog in.
Het gespeelde 33.Txe5 was minder nauwkeurig, maar het verschil in activiteit tussen de witte en zwarte stukken bleek uiteindelijk toch beslissend.
Arthur van de Oudeweetering speelde met wit tegen Joost Wempe een gelijk opgaande partij, maar verloor in de tijdnoodfase een pion. Uiteindelijk hield hij het resterende toreneindspel met 3 tegen 4 op een vleugel soepel remise.
Nico Zwirs stond met wit de hele partij veelbelovend tegen Loek van der Hagen, maar miste een paar kansen om het af te maken. We lichten er twee momenten uit:
Afwikkelen naar een paardeindspel wint: 39.Lxe5 fxe5 40.Pd6 Kg5 (40… Pd841.Kc4 Kg5 42.Kc5 Kh4 43.Pf5+ voorkomt net op tijd dat de zwarte koning binnendringt, terwijl de witte koning een vrije doorgang heeft) 41.Pxb7 Kh4 42.Ke2 Kg3 43.Kf1 h4 44.Pd6 en het paard is opnieuw net op tijd terug: 44…h3 45.Pf5+ en de extra pion beslist (45. gxh3 Kxf3 zou nog remise worden door de sterke f-pion). Na het gespeelde 39.b4 ging de partij nog lang verder, tot uiteindelijk nog een fraaie kans werd gemist:
Hier kan wit doorbreken met 59.b5! axb5 60.Lb4+ Kd7 61.c5 en zwart is machteloos, bijvoorbeeld na 61…h4 62.c6+ Kd8 63.a6 Pxa6 64.Kxa6 en na slaan op b5 wint wit het lopereindspel. Na het gespeelde 59.Le1 werd het binnen enkele zetten remise.
Sjef Rijnaarts speelde met wit tegen Nick Maatman een interessant stukoffer, wat hem drie verbonden vrijpionnen opleverde:
Wit staat uitstekend, op zijn toren op b4 na. Na 24.Td4! gevolgd door Thd1 kan wit langzaam maar zeker zijn damevleugelpionnen opspelen, bijvoorbeeld met c4, Kc2-c3, b4 etc. Maar na het gespeelde 24.Thd1? zette 24…e5! de witte toren voor de rest van de partij buitenspel. Daarna was het voor Sjef een kwestie van in de partij blijven hangen. Dit lukte bijna, maar uiteindelijk kon hij het beruchte eindspel toren + loper tegen toren niet droog houden.
Stefan Kuipers sprak van “mixed feelings” na zijn partij met zwart tegen Eelke de Boer. Stefan kwam door tijdnood enigszins onder druk te staan, maar toen Eelke zijn torens gaf voor een dame, kon in principe alleen Stefan nog winnen. Het eindspel van dame tegen twee torens met ieder drie pionnen op een vleugel kent met o.a. Leko – Kramnik (WK 2004) en Gurgenidze – Averbach (1961) enkele instructieve voorbeelden waarin de torenspartij wist te winnen, maar dat waren duidelijk gunstigere versies. Stefan probeerde het nog lang, maar toen na ruim 100 zetten bleek dat er sowieso geen matchpunt meer inzat, staakte hij zijn winstpogingen.
Zo verloren we na een beroerde wedstrijd van onze kant met 6-4 van de sterk spelende Groningers. In de derde ronde op 9 november gaan we thuis tegen Zuid Limburg opnieuw proberen de weg naar boven te vinden.